

Bij een e-commerce app ligt de focus uiteraard op optimale conversie. Voor de gebruiker betekent dat vooral: snelle, naadloze overgangen en een heel logisch aanvoelende UX. Die bereik je door zo dicht mogelijk bij de interactiepatronen van het native OS te blijven. De keuze voor het bouwen van native iOS- en Android-apps was daarmee snel gemaakt. Om wel optimaal wendbaar te blijven introduceerden we het principe van server driven UI.
Server driven UI
Server driven UI combineert het beste van twee werelden: de UX-kwaliteit van native met de snelheid en flexibiliteit van crossplatform. Oftewel: de optimale werking van aparte native applicaties gekoppeld aan het gemak van hybride development. Bij deze setup wordt er een zogenaamde ‘Backend for Frontend’ (BFF) gebouwd. Dat is een laag achter de Android- en iOS-app waar zich álle logica bevindt, van businesslogica tot UI-componenten. De apps zijn in deze constellatie dus relatief ‘dom’. Ze renderen wat de server hen vertelt.
Het grote voordeel
Het grote voordeel is dat wijzigingen in de twee apps (Android en iOS) maar op één centrale plaats gemaakt hoeven te worden: namelijk in de BFF. Dat betekent ook dat aanpassingen in de apps gedaan kunnen worden zónder dat er een nieuwe release nodig is. Een gigantisch voordeel voor optimalisatie, bijvoorbeeld A/B-testen.
Bovendien kunnen op deze manier de appontwikkelaars zich richten op wat zij het allerbeste kunnen: het implementeren van een hoogstaande UI die naadloos aansluit op het OS, terwijl anderen zich druk maken over het implementeren van complexe businesslogica.